Musa basjoo (Japnase vezelbanaan)
Dit is de meest aangeboden bananenplant en ook de best groeiende bij ons. (in één zomer vanaf de grond tot wel 2 meter hoog)
Wij hebben deze banaan al diverse keren in bloei gehad met zelfs een klein trosje bananen er in.
De banaantjes van dit soort zijn niet eetbaar, maar het gaat uiteindelijk om het tropische effect in de tuin.
Zomers verlangt hij veel mest en water, in de winter beschermen met een dikke laag stro en de bovenkant afdekken voor het inregenen, dan is er een kans dat hij gaat bloeien.
Bij temperaturen onder de -5°C zal de stam bevriezen en afsterven tot op de grond. In het voorjaar zal hij weer uitlopen.
Bij goede bescherming is -15°C geen probleem.
Musa sikkimensis ‘red tiger’
Deze bergbanaan met zijn rode strepen in het blad geeft snel een tropisch effect.
Van origine komt hij voor in noordoost India waar hij hoog in de bergen groeit.
Hij lijkt iets trager te groeien als de M. basjoo en de hardheid ligt rond de M. basjoo -5°C (dan bevriest de stam) maar kan onder goede bescherming -12°C overleven, in onze privétuin staan beide soorten al 16 jaar zonder echte problemen en zelfs zonder bescherming (wel een risico)
Ook voor deze geldt, in de winter goed inpakken met een luchtig mengsel van stro en blad en beschermen tegen inregen, zomers veel water en mest.
Zo houdt je een zo groot mogelijke stam over voor het voorjaar en zou hij kunnen bloeien en eetbare bananen kunnen produceren.
Hoogte wordt maximaal 6 meter, hier vaak niet meer dan 2 á 3 meter.
Musa sp. Tibet (syn. Musa sp. Yangtse)
Deze recent geïntroduceerde bergbanaan uit het grens gebied Birma-Tibet-Yunnan komt daar voor op 2800 meter hoogte.
Het is een sterk groeiende soort die steviger blad heeft dan de M. basjoo.
In de winter goed afdekken met een dikke laag afgevallen blad en ervoor zorgen dat het droog blijft, het lijkt een veel belovende soort die ook eetbare banaantjes kan produceren, een onmisbare bananen soort voor de exotentuin!!
Vorstbestendigheid -12°C (misschien nog wel meer?)
Hoogte tot 300 cm. Veel water en bemesting.
Ensete ventricosum ‘Maurelli’
Deze prachtige en zeer snelgroeiende banaan is uitermate makkelijk in de verzorging. Zowel in pot als in de volle grond doet hij het prima mits voldoende warmte, water en voedingsstoffen. De kleur van de bladeren varieert van groen-wijnrood naar purper.
De Maurelli heeft een opvallend klein wortelgestel en kan dus in een relatief kleine pot blijven staan en is daardoor makkelijk over te houden in de winter. Doordat zijn grote bladeren veel wind vangen is een grotere of zware pot echter wel sterk aan te raden.
Je kan hem ook in de volle grond uitplanten in het voorjaar. de plant zal hierdoor veel mooier worden en ook harder groeien. In het najaar dient hij uitgespit te worden. Hij is makkelijk over te houden in de winter.
Winterbescherming:
De Ensete ventricosum ‘Maurelli’ is niet winterhard! nog voor de eerste vorst moet hij dan ook naar binnen gehaald worden. De meest succesvolle methode voor deze soort, blijkt het uitgraven en droog overwinteren van de plant. Snoei het blad voor dat je hem gaat uitsteken, dat geeft je werkruimte.
Na het uitsteken moet de plant een tijdje ondersteboven gelegd worden zodat alle vocht uit de bladoksels kan lopen, dit voorkomt rot. Nadien kan de plant op een droge, goed geventileerde en vorstvrije plek weggezet worden.
Geen water gegeven tot in het voorjaar! In het voorjaar, wanneer de temperaturen weer hoog genoeg zijn, kan de plant geleidelijk aan weer buiten gezet worden. Pas wanneer de plant weer groei vertoont mag er weer water gegeven worden.
Vorstbestendigheid: Niet, minimaal 8°C
Hoogte tot 4 meter